Terug in de tijd

Het is nog vroeg. Om 9.15 uur stap ik al de afdeling op. Allerlei vrouwen beginnen tegen me te praten en iedereen zit netjes aan de ontbijttafel. Jij ook. Alleen zijn je ogen alweer dicht. De dag ligt voor je en de nacht is nog maar net voorbij.Langzaam verdwijnt het leven uit je. Ik vraag me af wanneer het moment aanbreekt dat je voorgoed je ogen sluit. Maar daar wil ik nu niet aan denken. Niet nu ik weer na zoveel weken even van je kan genieten.  Zachtjes kus ik je boven op je hoofd. Een vriendelijke warrige blik kijkt me aan. Dan die blije dankbare glimlach: “Trees, het is net alsof ik gisteren nog bij je was. Wat leuk. Ben je er weer. Wat zie je er mooi uit.”
Je zoekt contact met de medebewoners: “Ja toch, wat ziet ze er mooi uit he. Dat is mijn dochter.”
” Ik ben naar Parijs geweest mam.”
Je zegt: “Ach wat leuk.” En begint zoals zo vaak, uit het niets te zingen.
Ik ben naar Parijs geweest
t Was daar een jolig feest
Ik heb er gedanst met Josefien
Heb je dat ooit wel eens gezien.
Ik had het lied nog nooit gehoord. Maar bij mijn moeder, die tijdloos is geworden en vlak voor de eeuwigheid staat, is er een laadje opengetrokken.
Ik zoek het liedje op en krijg nog een hit ook. De oude klanken van de jaren 50 vullen de ruimte.
Ik haal je uit je stoel en stap even met je je jeugd in. De muziek klinkt alsof er een krakende pick-up naast ons staat. Je passen zijn onzeker en ik ervaar je broosheid als je steun bij me zoekt. Maar je ogen lachen en je stem zingt vol overtuiging door de originele tekst heen je eigen versie.
Dat heb je altijd gedaan. Jou versie op het leven is gekeurd met luchtigheid en grapjes.
Op weg naar boven groet je bijna iedereen. Of met je glimlach, of met een vriendelijk woord. “Ik word altijd zo vrolijk van u.” Zegt een verpleegster. “U zingt ook altijd he, zegt een ander.”
Terug op de afdeling neem ik afscheid. Ik zet je tussen de enige twee dames neer die er op dat moment zijn. De een moppert de hele dag en de ander kijkt streng. Ik geef je een kus en zeg, “tot gauw he mam.” Afscheid nemen voelt altijd dubbel. Schuld is ook altijd van de partij. Ik laat je achter in deze depressieve werkelijkheid. Maar jij zingt, op de gang klinken de klanken van ons liedje, Ik ben in Parijs geweest. Jou werkelijkheid geeft kleur aan je omgeving en maakt je hart prachtig. Ik ben dankbaar voor deze erfenis.